Het verhaal van Liesbeth
Liesbeth Rox is een oudgediende, die zich vanaf 2015 voor de Armoedecoalitie inzet. Voor haar studie belandde zij in Utrecht. Na haar afstuderen werd het werken voor diverse uitzendbureaus afgewisseld met het maken van reizen. Totdat zij bij Hét Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg terechtkwam, waar ze carrière maakte. Door toedoen van de financiële crisis verloor zij in 2010 haar baan. Vanaf dat moment startte zij met vrijwilligerswerk o.a. als coördinator bij een voedselbank, en als communicatiemedewerker bij UNICEF en de Armoedecoalitie. Die laatste organisatie stelde haar in de gelegenheid om een opleiding tot bewindvoerder te gaan doen. Na het behalen van dit diploma werd haar van verschillende kanten een baan aangeboden. Uiteindelijk koos zij ervoor als zzp’er bij een stichting aan de slag te gaan. Vanwege een ongezonde en oneerlijke werksituatie verbrak zij de samenwerking. Sindsdien leeft zij van een bijstandsuitkering in afwachting van haar pensioen.
De luxe van geld zit hem niet in materiele dingen, maar in vrijheid. Leven van een uitkering is niet leuk: het levert veel stress op vooral door het gebrek aan vrijheid.
Wat is jouw relatie met armoede?
“We hadden het tijdens mijn jeugd niet breed: mijn vader heeft alleen lagere school gevolgd en veranderde vaak van baan. Hij was vooral zeeman, maar hij werkte eveneens ‘s zomers als badmeester op het strand. Er werd daarom thuis op de ‘kleintjes’ gelet: mijn moeder maakte bijna al onze kleding zelf, we droegen soms ‘krijgertjes’ en een deel van de Sinterklaascadeautjes verzorgde mijn oma.
Mijn vader verzon altijd weer mooie plannen, waarmee hij dacht financieel binnen te lopen, zoals een visserijbedrijf beginnen in West-Afrika of boter smokkelen vanuit Engeland. In de praktijk pakten die plannen altijd verkeerd uit: hij moest vluchten vanwege een staatsgreep of werd gestoken door een giftige rog. Wanneer hij weer eens lang van huis was, werden wij min of meer aan ons lot overgelaten en zaten wij op een gegeven moment zonder geld. Mijn oma sprong dan bij of ik moest bij buren geld gaan lenen. Na ongeveer dertien jaar huwelijk was mijn moeder het zat en scheidde van hem.
Heel veel jaren later maakte ik zelf een enorme armoedeval: ik had een goed betaalde baan, werd werkloos en raakte uiteindelijk in de bijstand. Toen moest ik flink consuminderen en de tering naar de nering zetten. Naderhand kwam ik bij de voedselbank – en later als bewindvoerder – in contact met mensen die met geldzorgen of schulden worstelden, en sappelden om rond te komen. Na mijn vertrek bij de stichting moet ik zelf opnieuw puzzelen om rond te komen.”
Wat doe je precies bij de Armoedecoalitie?
“In eerste instantie werkte ik volop als communicatiemedewerker: ik was contentmanager, schreef persberichten en artikelen, en bracht de nieuwsbrief uit. Daarnaast hield ik me bezig met de organisatie van de jaarlijkse Armoededag op 17 oktober. Dat werk viel later niet meer te combineren met mijn eigen zaak. In 2019 heb ik zodoende het een en ander moeten schrappen. Tegenwoordig lever ik met name berichten en artikelen aan, neem interviews af en ’treed’ af en toe op als ervaringsdeskundige op het gebied van armoede.”
Waar valt jouw mond van open?
“Ik verbaas me erover, dat zoveel mensen niet kunnen budgetteren, d.w.z. een begroting kunnen maken en daarnaar leven. Soms lijkt het wel een kwestie van onwil: men leeft maar raak, koopt erop los, schaft een auto of dure huisdieren aan terwijl er eigenlijk helemaal geen geld voor is!”
Welke tip zou je iedereen willen meegeven?
“Geld kun je maar één keer uitgeven, dus denk goed na waaraan je het besteedt. Houd je bijvoorbeeld aan de richtlijnen van het NIBUD voor leefgeld en spaar op wat je vervolgens overhoudt om leuke dingen te doen. Let voor die extraatjes bijvoorbeeld op de verschillende kortingsacties die er het hele jaar door zijn.”
Wat is jouw lijfspreuk en waarom?
“Ik leef niet om te werken, maar ik werk om een leuk leven te hebben.” Het is blijkbaar ons kapitalistische systeem eigen om steeds maar meer te willen hebben. Ik begrijp dat niet en probeer anders in het leven te staan, want wat heb je eraan om de rijkste vrouw op het kerkhof te zijn?”