Esther Noteboom

Sinds januari heeft de Armoedecoalitie weer een vrijwilligerscoördinator – en daar zij we natuurlijk heel blij mee! Esther liet al eerder van zich horen. Nu is het tijd voor een nadere kennismaking.

Ze werd geboren in Sliedrecht als vijfde op rij; na haar kwam er nog een zusje. Het was dus thuis altijd een drukke bedoening – zo met z’n achten. In 2005 startte zij met een opleiding tot sociaalpedagogisch werker in Rotterdam. In het laatste jaar van haar studie verhuisde zij vervolgens naar die stad waar zij trouwde en een gezin stichtte. Tien jaar geleden verruilde ze de grote stad voor een rustig dorp in de Betuwe.
Onze coördinator deed ervaring op in de verslavingszorg, psychiatrie en bij vluchtelingenwerk. De afgelopen zes jaar werkt zij als parttime coördinator van de vrijwilligers bij de daklozenopvang van de Tussenvoorziening. En nu dus ook parttime bij voor de vrijwilligers van de Armoedecoalitie!

Welk talent zou je willen hebben?

“Ik zou graag over betere schrijf- en spreekvaardigheden willen beschikken. Misschien dat ik daar toch nog eens een leuke workshop over ga volgen.”

Waarvan kun je wakker liggen?

“Ik kan echt niet tegen onrecht: daar kan ik ’s nachts wakker van liggen. Mijn rechtvaardigheidsgevoel is groot en ik kan zodoende slecht tegen oneerlijkheid of ongelijkheid. Verder kan ik liggen woelen als ik een lange dag heb gehad en daarbij nog het een en ander moet verwerken.”

Wat is jouw relatie met armoede?

“Ik merkte er vroeger eigenlijk niet zoveel van dat mijn ouders zuinig met hun geld om moesten gaan. Mijn vader zorgde namelijk als enige voor brood op de plank voor ons achten. Mijn moeder droeg haar steentje bij door kleren voor ons op de markt te kopen en jurkjes voor mijn zusje en mij te naaien.

Dat sommige mensen het veel moeilijker hadden, ondervond ik eerder op een andere manier. Want ik kwam als klein meisje regelmatig in contact met vluchtelingen en kwetsbare mensen zoals dak- en thuislozen. Mijn ouders vingen die op in huis, daarom stond er met kerst symbolisch een extra bord op tafel voor ‘de zwerver’. Daarnaast toog ik met mijn ouders de achterstandswijken van Dordrecht in om kinderen naar de club van de kerk te brengen. Ik ontmoette er kinderen die dankbaar waren met potloden, eten, een verhaal, aandacht. Voor mij was het zo klaar als een klontje dat ik mij later in zou zetten voor mensen zonder stem of die onderaan de maatschappelijke ladder staan.

Later tijdens mijn huwelijk had ik niet breed: mijn ex en ik werkte beiden parttime in de zorg dus het geld klotste bij ons niet echt tegen de plinten aan. Vandaar, dat we er een moestuin op na hielden, ik destijds van uitwasbare luiers gebruikmaakte, vaak tweedehands kleding voor de jongens en mijzelf kocht, en mij tot een ware koopjesjager ontwikkelde. Sinds ik gescheiden ben, moet ik nog meer op de kleintjes letten.”

Je ben al een poosje bezig. Waar valt jouw mond van open?

“Mijn mond valt open van de vechtlust en het enthousiasme van jullie vrijwilligers. Ik vind het zo gaaf om te zien hoe jullie armoede te lijf willen gaan en met tomeloze energie mensen willen bereiken. Ik heb er veel respect voor, en dat drijft mij eveneens om dit werk te doen.”

Welke tip zou je iedereen willen meegeven?

“Die is: blijf altijd dicht bij jezelf, en wees lief voor jezelf.

Wat is jouw lijfspreuk en waarom?

“Ik heb niet zo zeer een lijfspreuk. Ik vind het leuker om mij elke dag weer te laten inspireren door een andere spreuk. Deze is van Nelson Mandela: ‘As we let our own light shine, we unconsciously give other people permission to do the same. As we are liberated from our own fear, our presence automatically liberates others’.”

Ontwerp en webdevelopment door BuroBureaux