Koopkracht verbetert voor bijna alle huishoudens…
…behalve voor de laagste inkomens
Vrijwel alle huishoudens gaan er – vergeleken met vorig jaar – in 2024 op vooruit. Stijging van de lonen en uitkeringen en daling van de inflatie liggen voor een groot deel ten grondslag aan koopkrachtverbeteringen. Soms gaat het om slechts enkele euro’s, maar er zijn ook uitschieters van rond de € 300 per maand. Dat blijkt uit de koopkrachtberekeningen van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud).
Er zijn echter ook huishoudens die een koopkrachtdaling kennen. Met name alleenstaanden met een laag inkomen gaan er door het verdwijnen van de energietoeslag tussen de € 65 en € 75 op achteruit.
Forse plus voor huishoudens met kinderen
Als je betaald werkt en kinderen hebt, stijgt je koopkracht het meest. Dat komt door loonstijgingen en doordat de heffingskortingen zijn verhoogd. Van het brutoloon blijft daardoor netto meer over.
Huishoudens met kinderen zullen merken dat de kinderbijslag met enkele tientjes is verhoogd. Ook gaan zij er in veel gevallen op vooruit dankzij de veranderingen in het kindgebonden budget. De bedragen van deze toeslag zijn fors verhoogd. Dat merken zowel werkenden als huishoudens met een uitkering. Daarnaast is voor alleenstaande ouders de inkomensgrens hoger geworden en is de grens voor stellen met kinderen juist gedaald. Dat betekent dat meer alleenstaanden – en minder stellen – recht hebben op het maximale kindgebonden budget. Dankzij de hogere bedragen kunnen tweeverdieners met kinderen er toch tussen de € 100 en € 300 per maand op vooruitgaan.