Het is onuitstaanbaar dat we nodig zijn!

Als het aan de gemeente had gelegen, kampte het Jeugdeducatiefonds nu met een financieel gat. De tijdelijke subsidieregeling zou namelijk vanaf 2024 worden gestopt. Dat zou desastreuse gevolgen hebben gehad: dankzij deze extra financiële steun kon een groot aantal extra kinderen worden geholpen. De steun van het Jeugdeducatiefonds verdubbelde zelfs bijna: van 17.500 naar 33.500. Gelukkig hield de gemeenteraad dit in december tegen en gingen deze bezuinigingen niet door – al is Hans Spekman, directeur van het Jeugdeducatiefonds, er niet gerust op. Dat vertelde hij Liesbeth Rox in een gesprek dat zij met hem had.

Vertel: waarom ben je er niet gerust op?

“Op dit moment krijgen de opgelegde bezuinigingen vorm in een Uitvoeringsprogramma. Daarin wordt beschreven hoe en op welke onderwerpen er bezuinigd gaat worden. We komen als gemeente namelijk zo’n 80 miljoen tekort. De ‘politiek’ heeft zich er weliswaar over uitgesproken om gezinnen met kinderen buiten schot te laten, maar zou er zo maar ineens voor kunnen kiezen om vooral de U-pas veel geld te gunnen ten nadele van Leergeld, Jeugdfonds Sport en Cultuur en het Jeugdeducatiefonds.”

Wat moet er volgens jou op zijn minst in dit programma geregeld worden?

“De gemeente heeft allemaal mooie regelingen en voorzieningen voor mensen met weinig geld in het leven geroepen. Jammer genoeg worden veel van deze regelingen onderbenut – zoals de U-pas. De mensen waar ‘t om gaat worden dus onvoldoende bereikt. Ik blijf het zeggen: kinderen zouden niet achter moeten lopen of achter moeten worden gesteld. Ik gun hen eenzelfde fijn leven als mijn eigen kinderen. Dat wil zeggen dat er geld moet zijn voor de boeken die ze nodig hebben op school of voor logopedie als dat nodig is. Met andere woorden in dit Uitvoeringsprogramma dienen de drie fondsen met hun activiteiten een volwaardige plek te krijgen.”

Wat doet het Jeugdeducatiefonds?

“We ondersteunen basisscholen om leerlingen die opgroeien in (relatieve) armoede maximale ontwikkelingskansen te bieden. Door een impuls van de gemeente konden in het voorjaar van 2023 meer Utrechtse scholen bij ons aansluiten, waardoor wij nu 22 basisscholen helpen. Overigens vragen we de gemeente maar een derde van de kosten die wij maken, te subsidiëren. De rest wordt betaald vanuit donaties van bedrijven, particulieren en (vermogens)fondsen. Van iedere euro die de gemeente investeert, maken wij er dus drie.”

Geef eens wat voorbeelden van jullie ondersteuning.

“Een kind van 6 jaar heeft winterkleding nodig. Haar moeder beschikt niet over een verblijfsvergunning en ontvangt daarom geen uitkering. Zodoende heeft ze moeite om rond te komen. Via via en de weggeefwinkel kreeg ze wat tweedehandskleding. Aangezien er geen winterkleding bij zat, hebben wij vanuit het fonds winterkleding aangeschaft.
Twee van de drie kinderen uit een gezin sliepen op een bank/matras in de hoek. Het gezin woont weliswaar sinds kort in een nieuw huis, maar had nog geen meubels voor de kinderen kunnen kopen. Ons fonds levert een bijdrage voor de aanschaf van twee bedden met matras en een grote kledingkast voor de twee kinderen. Een fijne eigen kamer geeft hen rust en plezier. Hun moeder probeerde dit al via allerlei wegen betaald te krijgen, maar zonder resultaat. En zo zijn er nog veel meer voorbeelden te geven… Gelukkig denken wij niet vanuit systemen en regels. Bij ons staat altijd het kind centraal. En wij werken snel.”

Waar valt jouw mond van open?

“Hoever leerkrachten en schooldirecteuren bereid zijn te gaan voor hun leerlingen. Ik hoor bijvoorbeeld verhalen over leerkrachten, die het niet acceptabel vinden dat een kind thuis komt te zitten omdat het vervoer een probleem vormt. Zij halen dan het kind iedere dag op, zodat hij of zij naar school kan. Ik ben blij dat wij vanuit het Jeugdeducatiefonds in ieder geval de benzinekosten kunnen betalen. We zouden al die leerkrachten toch eigenlijk allemaal op onze knieën moeten bedanken zoveel als zij voor de kinderen doen!”

Wat zijn jouw tips voor de gemeente?

“Durf vanuit vertrouwen te werken. Minima wordt nu heel vaak voorgeschreven hoe ze moeten leven, eten etc. Dat weten ze best wel, want als ze genoeg te besteden hebben, blijken ze vaak heel verstandige keuzes te kunnen maken.
Voorts raad ik de gemeente aan nog beter haar best te doen om de werkenden armen te bereiken – veelal alleenstaande moeders met een parttime contract. Al komen geldzorgen tegenwoordig helaas ook voor in situaties waarin beide ouders werken.” 

Wat houdt jou verder nog bezig?

“Utrecht is een prachtige stad, alleen wil de stad zich altijd als het braafste jongetje in de klas gedragen: alles wat vanuit ‘hogerhand’ wordt opgelegd – zoals het aanbesteden voor het OV – wordt slaafs opgevolgd uit angst voor sancties. De praktijk heeft uitgewezen dat andere steden die hierin niet meegingen, hiervoor niet zijn ‘gestraft’.
Nu is er weer veel gedoe over het aanbesteden van de kramen en stalletjes. De gemeente zegt dat vanwege Europese regelgeving de vergunningen niet zomaar mogen worden verlengd voor de huidige ondernemers. Want alle ondernemers in de Europese Unie moeten gelijke kansen krijgen. Dit is rampzalig voor de huidige bloemstallen, viskramen en ijskiosken. De standhouders hiervan – vaak families die de tent al jaren runnen – fungeren binnen de wijk juist als het cement van de stad en dat maak je door de praktijk van aanbesteden kapot. De standplaatsen worden in de toekomst waarschijnlijk door loting verdeeld. Daarmee verliest waarschijnlijk een deel van de huidige ondernemers hun inkomen en hun sociaal leven.
Tot slot is het onuitstaanbaar, dat kinderen die hier geboren zijn zich pas mogen inschrijven voor een woning vanaf hun 18e jaar – eerder mag niet, want dan zou je hen bevoordelen. Nu trek je rijke lieden zoals expats eigenlijk voor en jaag je je eigen jeugd de stad uit. Op deze manier torn je aan de sociale verbanden van de stad, wat ten koste gaat van de zorg en aandacht voor elkaar. Utrecht is een rijke bruisende stad, maar helaas niet meer voor iedereen.”

Wat is jouw relatie met armoede?

“Ik ben zelf opgegroeid in een arm gezin en dat ben ik nooit vergeten. Nu ik het goed heb en over de mogelijkheden beschik, zet ik me in voor kinderen die opgroeien in armoede. Door te zorgen dat zij maximale ontwikkelingskansen krijgen en ze – als ze ouder zijn – de armoede in het gezin kunnen doorbreken. Er zijn jammer genoeg nog steeds heel veel kinderen die in Utrecht opgroeien in armoede.”

Waar geef je zelf te veel geld aan uit?

“Aan vogelvoer. Ik vind het heel gezellig om veel vogels in de tuin te hebben. Ik koop er dan voer voor – om ze te lokken.”

Op welk succes ben je achteraf heel erg trots?

“Dat het ons in het verleden is gelukt om door samen te werken het aantal dak- en thuislozen fors terug te dringen. Nu zijn er helaas alleen meer mensen die geen dak boven hun hoofd hebben en op straat leven.
Ten tweede dat zoveel gemeentes in het land het Jeugdeducatiefonds weten te vinden en steunen, waardoor we meer kinderen kunnen helpen. Al deze gemeentes staan achter onze doelen en willen groeien en uitbreiden, behalve Utrecht. Mocht het in de toekomst in Utrecht de verkeerde kant op gaan waardoor het fonds dreigt te moeten gaan krimpen, dan haak ik af.”

Foto: Wikimedia.

Ontwerp en webdevelopment door BuroBureaux