Nog steeds geraakt door onrecht
Hij stond aan de wieg van de Armoedecoalitie, zat meer dan 10 jaar de Stuurgroep voor en was jarenlang bestuurder van De Tussenvoorziening. Nu gaat Jules van Dam per 1 september vervroegd met pensioen.
Kun je iets over je zelf vertellen?
“Ik ben geboren en getogen in Ondiep, als zoon van een bankwerker-lasser en een kleine middenstander (groenteboer). We woonden bij mijn grootouders in en hadden – naar goed katholiek gebruik in die tijd – veel neven en nichten, in totaal wel 62(!), die regelmatig over de vloer kwamen.
Ik wilde de wereld graag een stukje beter maken en koos daarom voor een studie als ontwikkelingseconoom. Na mijn studie werkte ik achtereenvolgens bij de Sleep-Inn – eerst als vrijwilliger en toen als nachtwaker en coördinator. Vervolgens richtte ik samen met Emmaus en Omduw in 1993 De Tussenvoorziening op, omdat er niet genoeg onderdak beschikbaar was voor dakloze mensen in Utrecht.”
Op 1 september stap je op als directeur van de Tussenvoorziening en dan?
“Dan ga ik nog meer reizen dan ik nu al doe, geef ik invulling aan het voorzitterschap van Feantsa (de vereniging van opvangorganisaties in Europese landen), ben ik toezichthouder van de Raphaelstichting (betrokken bij een opvang in Calcutta) en ga ik af en toe spullen ophalen voor Emmaus.”
Wat zal jou uit je tijd bij de Tussenvoorziening het meest bijblijven?
“Bovenal ben ik onder de indruk van de mensen met wie ik gewerkt heb en van de mensen voor wie we het doen. De levensverhalen, de pech vaak en soms ook hun onhandigheid. En dan toch de energie hebben om overeind te blijven en uiteindelijk de knop om te zetten, en vanuit die positie beginnen te werken aan een nieuwe toekomst.
En dan de mensen met wie we het doen. Die mensen zijn eveneens bijzonder: bovenmatig betrokken. Dat hoor ik vaak terug van iedere nieuwkomer. Soms zijn we een gestroomlijnde machine, en dan weer onverstoorbaar anarchistisch – met alle voor- en nadelen van dien. Met veel humor – zowel hard als zacht. Zowel zwart als kleurrijk. En steeds maar weer knutselen aan deeloplossingen voor dakloosheid.”
Hoe wil je worden herinnerd?
“Enthousiast, ondernemend, betrokken, creatief en een doorzetter. Hart op de goede plek, beetje ongeduldig en soms een iets te grote mond.”
Wat heeft je vooral gefrustreerd?
“Mensen, die altijd maar in termen van problemen denken in plaats van oplossingen. Het feit dat dakloosheid in 2006 opgelost was in de G4 en nu weer net zo hard terug is. Dat we op een hele dure manier de problemen op de woningmarkt aan het oplossen zijn. Geef mensen direct een woning in plaats van na een jarenlang traject in de opvang en begeleiding. Op deze manier is het duur voor zowel de maatschappij als voor de mensen om wie het gaat.”
Hoe zie jij de toekomst voor de Armoedecoalitie?
“Die zal helaas altijd nodig blijven. Ik vind dat er goed wordt samengewerkt binnen de Armoedecoalitie door alle betrokken organisaties. Het onderwerp armoede staat tegenwoordig bij veel mensen en organisaties op het netvlies dankzij de coalitie. Met recent als groot succes het feit dat de bezuiniging op de bijzondere bijstand werd voorkomen.”
Wat moet de Armoedecoalitie vooral niet willen?
“De Armoedecoalitie moet voorkomen dat ze te veel de uitvoering in wordt getrokken. Het is geen alternatief voor wat de gemeente of de organisaties moeten doen. Daarvoor is haar uitvoeringscapaciteit immers veel te beperkt. Ze kan wel goed aangeven waar het wringt in de praktijk en proberen alternatieven aan te dragen, die de aangesloten organisaties of de gemeente kunnen uitvoeren. Daarnaast moet worden voorkomen dat er voor oplossingen alleen naar de gemeente gekeken wordt.”
Wat zou je de Armoedecoalitie als les meegeven?
“Ga vooral op de ingeslagen weg door. Houd goed contact met de verschillende achterbannen en koester de relatie met de gemeente, maar durf ook te zeggen waar het mis gaat.”
Waar kunnen ze je midden in de nacht voor wakker maken?
“Voor leuke dingen als een zoen van mijn vrouw, een voetbalwedstrijd van het Nederlands elftal of een vroeg vertrek voor een reis. En verder voor minder leuke dingen zoals een ramp of rampje binnen een van de vestigingen van De Tussenvoorziening, wanneer ik achterwacht heb. Of een onverwachte ziekte van een familielid.”
Wat heb je onlangs nog geleerd?
“Dat ik gelukkig nog steeds geraakt word door onrecht.”