Het verhaal van Tonio
Deze vrijwilligster bij de Armoedecoalitie is geboren en getogen in hartje centrum Utrecht. In haar jeugd heeft zij nooit armoede gekend. Ze komt niet alleen uit een typisch middenklasse gezin, maar haar moeder was ook nog eens heel zuinig. Financieel is zij zodoende nooit iets te kort gekomen. Vooral omdat haar ouders hun kinderen een betere jeugd wilde geven. Zelf hadden ze namelijk twee oorlogen meegemaakt. Op latere leeftijd volgde Tonio een studie Maatschappelijk werk. Met dat diploma op zak werkte ze o.a. in de gehandicaptenzorg, bij HOME (uithuisplaatsing), het JAC en bij het HAPP-project (begeleiding van prostituees op Europalaan). Vervolgens runde Tonio een periode een café met haar toenmalige partner. Na het faillissement van dit café kwam zij met een burn-out thuis te zitten en belandde zij in de bijstand.
Bij toeval kwam deze Utrechtse in 2010 bij de Cliëntenraad van Werk en Inkomen terecht, waar zij zich tot 2018 voor inzette. In die periode hoorde zij over de Armoedecoalitie, waarvan zij al gauw de platformvergaderingen bijwoonde. Sinds 2021 is zij met ‘pensioen’.
Wat is jouw link naar de Armoedecoalitie?
“Ik heb me vroeger als vrijwilliger fanatiek voor de cliëntenraad ingezet. Daar kwam ik op een grappige manier terecht: ik had een vraag in verband met een kostbare tandheelkundige behandeling aan deze raad voorgelegd. Ik werd naar aanleiding hiervan uitgenodigd voor een gesprek. Achteraf bleek het om een verkapt sollicitatiegesprek te gaan. Ik werd dus aangesteld en leerde ontzettend veel over alle ‘ins and outs’ op het gebied van de bijstand. Zodoende kon ik mensen met uiteenlopende vragen met raad en daad bijstaan. Ik was daarom een nuttige aanwinst voor de Armoedecoalitie, toen ik ermee in contact kwam en me uiteindelijk als vrijwilliger aansloot.
Met deze informatie op zak ging ik op een gegeven moment samen met andere vrijwilligers de boer op: dat was het project ‘De Rijdende Straattafel’. Die straattafel huurden we van Resto van Harte, maar dat ding was vreselijk onhandig dus gebruikten we naderhand een bakfiets. Weer later trokken we de wijken in met de ‘Mooi Meegenomen-markten’.
Tegenwoordig houd ik me bezig met de uitgifte van gratis kaartjes voor concerten of theater, die aan de Armoedecoalitie worden gegeven. En ik tip het communicatieteam zaken op het gebied van werk en inkomen, die belangrijk zijn voor de nieuwsbrief of website. Verder heb ik eenmaal per week een Inloopspreekuur in buurtcentrum De Leeuw. Daar komen mensen met allerlei vragen en problemen op af. Ze kunnen me er bovendien dagelijks van 12 tot 17 uur over bellen.”
Wat is jouw relatie met armoede?
“Zelf heb ik nooit armoede gekend. Wel periodes, waarin ik het financieel krap had. In mijn werk was dat natuurlijk een ander verhaal: in mijn tijd bij het JAC heb ik mensen uit alle lagen van de bevolking voorbij zien komen dus ook mensen, die in armoede leefden.”
Waar valt jouw mond van open?
“Het stoort me al jaren, dat iedereen maar langs elkaar heen werkt en er op deze manier veel geld wordt verspild. Met name vanuit de gedachte ‘eigen toko eerst’. Er is totaal geen sprake van samenwerking – laat staan verbinding. Kortom: zonde van al de tijd (en geld) die het kost om telkens weer het wiel uit te vinden.
Waar ben jij trots op?
“Ik ben supertrots op mezelf, dat ik ondanks mijn lage inkomen nooit in de schulden ben geraakt.”
Welke tip zou je iedereen willen meegeven?
“Leer te roeien met de riemen die je hebt! Blijf autonoom, probeer jezelf niet afhankelijk van organisaties op te stellen en houd zelf de regie. Sta op uit je luie stoel, wees niet bang en sluit je aan bij organisaties zoals de Armoedecoalitie of zet je in voor de Cliëntenraad van Werk en Inkomen. Daar kun je zowel op geestelijk als financieel niveau heel wat leren.”