Een zeker bestaan II
Advies Commissie sociaal minimum
De bestaanszekerheid moet landelijk worden aangepakt met een centrale rol voor de rijksoverheid. Er is structureel beleid nodig om ervoor te zorgen dat mensen kunnen rondkomen en kunnen meedoen aan de maatschappij. De overheid moet daarvoor twee dingen doen: zorgen voor een toereikend inkomen en zorgen voor een voorspelbaar en toegankelijk stelsel dat uitvoerbaar en houdbaar is. Dat adviseert de Commissie sociaal minimum in het tweede en afsluitende adviesrapport ‘Een zeker bestaan II’, dat op 28 september 2023 is aangeboden aan demissionair minister Carola Schouten voor Armoedebeleid. In juni adviseerde de Commissie sociaal minimum al om het sociaal minimum te verhogen.
De Commissie adviseert in het adviesrapport ‘Een zeker bestaan II’ om wettelijk vast te leggen dat er iedere vier jaar een herijking van het sociaal minimum komt. De Commissie is ook van mening dat de wettelijke positie van kinderen moet worden versterkt, bijvoorbeeld door een wettelijk recht op basisvoorzieningen zoals warm water en energie te regelen.
Verschillen tussen gemeenten te groot
Uit het rapport van de Commissie blijkt dat de verhouding tussen het rijk en de gemeenten niet in balans is door de toename van taken die bij gemeenten zijn belegd. Verschillen tussen gemeenten zijn daardoor te groot geworden. Het kan honderden euro’s per maand verschil maken waar iemand woont. Als eerste stap in het herstel zouden landelijke regelingen toereikend moeten zijn voor het merendeel van de mensen met een inkomen op het sociaal minimum.
De rijksoverheid zou een aantal dingen centraal moeten regelen, zoals beschermingsbewind, een aanvullende zorgverzekering of schoollaptop-voorzieningen. Daarbij is het nodig om eenduidige afspraken te maken, zodat iedereen gelijk wordt behandeld, ongeacht de woonplaats. Bovendien moeten gemeenten alleen in uitzonderlijke gevallen extra taken krijgen, omdat zij al overbelast zijn. Gemeenten kunnen zich dan focussen op individueel maatwerk.
Realistisch mensbeeld bij overheid
De overheid moet een realistisch mensbeeld hebben bij het aan werk helpen van mensen. Wie kan werken, krijgt hulp bij het vinden van een baan. Om de overgang van bijstand naar werk te vergemakkelijken, wil de Commissie de regels voor bijverdienen flexibeler maken. Voor mensen die niet kunnen werken, moeten er mogelijkheden zijn voor beschut werk of andere zinvolle activiteiten.
Het kabinet moet ook aan de slag met een grondige herziening van het toeslagenstelsel, met een focus op zekerheid. De Commissie formuleert daarvoor een aantal uitgangspunten. Tenslotte stelt de Commissie dat er voor het bieden van bestaanszekerheid ook beleid nodig is op terreinen die buiten de opdracht van de Commissie vallen, zoals schuldhulpverlening, woningmarktbeleid en gezondheidszorg.