Het verhaal van Marry Mos

Marry heeft van huis uit meegekregen om voor anderen op te komen. Zij ziet zichzelf dan ook als ‘een bondgenoot voor mensen in kwetsbare situaties’. Liesbeth Rox sprak met haar over haar achtergronden en drijfveren.

Kun je om te beginnen eerst iets over jezelf vertellen?

“Ik ben geboren in Rotterdam, maar groeide op in een klein dorp in de Betuwe. Naderhand studeerde ik Gezondheidswetenschappen in Maastricht, met als afstudeerrichting Geestelijke gezondheidskunde. Na mijn studie heb ik o.m. gewerkt bij het Basisberaad in Rotterdam: een platform voor cliënten, familieleden en hulpverleners in de ggz. De medewerkers bij dit platform bestonden voor 70% uit ervaringsdeskundigen. We streefden naar meer ‘regie in eigen hand’. Later werkte ik voor MIND – een landelijke koepel van cliënten en hun families in de ggz. Vanaf 2001 zat ik in de gemeenteraad als woordvoerder Armoede/Kwetsbare groepen en als fractievoorzitter voor GroenLinks. In die periode leerde ik de Armoedecoalitie kennen, waar ik in 2014 bij ging werken.
Omzien naar je medemens, heb ik overigens met de paplepel meegekregen. Het motto van mijn vader is namelijk: ‘Wacht niet totdat iemand hulp vraagt, zeg niet ‘laat het weten als ik je kan helpen’, ga gewoon langs! Ben er voor anderen dan zie je vanzelf wel wat je kunt doen.’”

Wat is jouw relatie met armoede?

“Ik beschouw mezelf als een bondgenoot van mensen in kwetsbare situaties. Ik denk dat ik deze rol van huis uit heb meegekregen. Enerzijds door de christelijke grondslag ‘rechtvaardigheid, opkomen voor een ander, oog hebben voor mensen die zijn buitengesloten en samen kijken hoe iedereen kan meedoen’. Anderzijds, omdat mijn moeder vanaf mijn elfde een ernstige chronische ziekte kreeg, waardoor ik geleerd heb me te bewegen in een omgeving waarin niet alles vanzelfsprekend is. Je leert dan te roeien met de riemen die er zijn. Daarbij is het voor mij logisch om me altijd in te zetten voor een ander en met anderen rekening te houden. Ik vind het onbestaanbaar dat in een rijk land als Nederland mensen niet kunnen meedoen, worden uitgesloten en niet dezelfde kansen hebben. Hier wil ik graag verandering in brengen – en dat kan heel goed via de Armoedecoalitie.”

Wat doe je precies voor de Armoedecoalitie?

“Ik werk als secretaris én coördinator. In de praktijk betekent dit, dat ik vooral probeer om mensen en organisaties aan elkaar te verbinden. Samen met anderen signaleer ik waar het fout loopt en wat beter kan. Voor mij is het belangrijk om mensen met elk hun eigen ervaringen een podium te geven. Omdat ik erin geloof dat je het beste veranderingen kunt bewerkstelligen als je de ervaringen en ideeën van mensen die het zelf meemaken, vooropstelt. Vervolgens kun je samen met hulpverleners, beleidsmakers en ervaringsdeskundigen bekijken hoe je zaken kunt veranderen. Ik ben hierin een verbinder, aanjager en lobbyist. Met soms een mooi resultaat: onlangs wist ik door te lobbyen de gemeenteraad zover te krijgen de voorgenomen bezuiniging op de bijzondere bijstand terug te draaien.”

Waar valt jouw mond van open?

“Ik vind het heel wrang om te zien hoe mensen gevangen kunnen zitten in het systeem van de bijstand en hoe moeilijk het is om eruit te komen – zoals in het geval van Sisyphus, een mythologisch figuur die als een zwaar rotsblok een steile berg op moet duwen. Telkens als hij na veel moeite de top heeft bereikt, rolt dit rotsblok echter weer naar beneden en moet hij van voor af aan beginnen.

Daarnaast zie ik van dichtbij hoeveel moeite mensen voelen om hulp te vragen. Da‘s ook heel begrijpelijk: zij hebben het vertrouwen in het systeem van de overheid verloren en dit wantrouwen kan heel diep zitten. Zodoende hebben zij geleerd, dat er niets anders op zit dan het uiteindelijk maar zelf op te lossen. Het is belangrijk om dit aan te pakken, maar niet gemakkelijk. Dikwijls gaat er opnieuw wat mis, waardoor mensen hun wantrouwen bevestigd zien.”

Waar geef je veel geld aan uit?

“Aan duurzame spullen: ik hou erg van schaatsen en heb voor mezelf in 2006 heel dure schaatsen gekocht. Die gebruik ik nog steeds omdat het heel goed materiaal is. Verder heb ik ooit veel geld voor een regenjas neergeteld. Omdat ik alles op de fiets doe en niet zeiknat wil worden van de regen of ergens badend in het zweet wil aankomen door een slechte regenjas.”

Waarvan kun je wakker liggen?

“Ik ben gezegend met een goede nachtrust! Maar ik kan me vreselijk zorgen maken als er iets heel gemeens gebeurt. Bijvoorbeeld wanneer mensen minder kansen krijgen of wanneer ze vastzitten in het systeem, of wanneer je je eigen kind of iemand anders ziet afglijden en je kunt er niet bij. Doordat de hulpverlening geen thuis geeft of degene geen hulp wil aannemen.
Je kunt mij trouwens altijd wakker maken voor iets gezelligs zoals een feestje, een plotseling idee, om het noorderlicht te zien of een berg, of voor een uitje in het park met een biertje.”

Welke tip zou je iedereen willen meegeven?

“Blijf vooral niet alleen met je probleem rondlopen, maar deel je verhaal met iemand die je vertrouwt of een bondgenoot. Dan sta je er niet alleen voor en bereik je vaak meer.”

Wat heb je onlangs nog geleerd?

“Ik heb onlangs opnieuw geleerd dat opgroeien in armoede je meestal een leven lang minder kansen geeft. Het werkt heel lang door. Daarom ben je er niet als bestaanszekerheid geregeld is. Armoede aanpakken vraagt een integrale benadering.”

Wat is je motto?

“Kijk wat wél mogelijk is, waar je kansen liggen…”

Ontwerp en webdevelopment door BuroBureaux