Utrecht gewoon voor iedereen!
Intellectueel onderschat en dus als schooladvies mavo gekregen, ‘afgeschreven’ en regelmatig geweigerd voor een normale baan, onder haar eigen niveau gewerkt en twijfels over haar talenten: het overkwam Roos Hoelen allemaal. Roos heeft een aangeboren oogafwijking waardoor zij zeer slechtziend is: ze ziet maar voor 10% en niet verder dan 6 meter.
Momenteel werkt ze als beleidsmedewerker Werk, Inkomen en Onderwijs bij het Solgu: het Stedelijk Overleg Lichamelijk Gehandicapten en chronisch zieken Utrecht. Dit overleg werkt samen met alle organisaties in de stad, die een bijdrage kunnen leveren aan het bereiken van hun doel: “Utrecht gewoon voor iedereen”. Als beleidsmedewerker adviseert zij gevraagd en ongevraagd de gemeente over het beleid aangaande mensen met een lichamelijke beperking. Voorts lobbyt zij voor een beleid waarbij iedere Utrechter met een beperking een gelijke kans krijgt op ondersteuning bij het vinden van een baan, werkt zij samen met andere organisaties aan een menswaardig inkomen voor Utrechters met een beperking, en maakt zij zich sterk voor studenten met een beperking.
Hoe kwam je bij het Solgu terecht?
“Door mijn beperking zat ik op een blindeninstituut en werd ik qua intellectuele vermogens behoorlijk onderschat: meer dan mavo zat er niet in. Bovendien kreeg ik te horen dat de arbeidsmarkt niet op mij zat te wachten en dat ik als ik een baan had, moest zorgen dat ik mijn werk drie keer zo goed deed als mijn collega’s. Lang heb ik getwijfeld aan mijn eigen talenten. Totdat ik op eigen aandringen doorstroomde naar de havo en ontdekte dat me dit geen enkele moeite kostte. Aansluitend volgde de sociale academie, maar daar ben ik op een gegeven ogenblik mee gestopt. Vervolgens heb ik een lerarenopleiding Frans afgerond en een poosje lesgegeven. Keer op keer merkte ik echter dat werk vinden voor mij erg moeilijk was vanwege de vooroordelen rond die beperking. Met als gevolg dat ik een paar keer banen onder mijn niveau accepteerde. Totdat ik toevallig op een baan in de werving en selectie solliciteerde en er meteen werd aangenomen. Ik werkte vervolgens 15 jaar in deze sector.
Ik was in die wereld één van de weinige mensen met een beperking en het was ook niet de bedoeling dat ik mijn opdrachtgevers kandidaten met een beperking voorstelde. Dat stak toch ergens… Uiteindelijk heb ik de stap gemaakt naar arbeidsbemiddeling voor mensen met een beperking. In die tijd zag ik dat er veel wetgeving in de maak was, die de afstand tot de arbeidsmarkt voor veel mensen alleen maar groter zou maken. Ik vond dat daar iets aan moest gebeuren en zodoende ben ik met Tweede Kamerleden en de staatssecretaris gaan praten om te proberen de wet te veranderen. Langzamerhand begon ik te zien dat hier nog heel wat moest gebeuren en zo ben ik gaan werken bij de Oogvereniging en Incluvisie.nl voor de landelijke lobby, en bij het Solgu voor de lokale lobby.”
Welke successen heb je (eerder) met Solgu behaald?
“Een groot succes is dat er een motie is aangenomen, die de gemeente verplicht om mensen aan te nemen die niet in het doelgroepregister staan. Dit register bevat mensen met een beperking, die per uur niet meer dan het minimumloon kunnen verdienen en die de werkgever verplicht dient aan te nemen op straffe van een boete. De praktijk heeft uitgewezen dat werkgevers mensen die niet in het doelgroepregister staan, helemaal niet willen. Die helpen de werkgever namelijk niet om de boete te voorkomen. Solgu heeft ervoor gelobbyd dat de gemeente Utrecht als werkgever deze mensen wèl aanneemt. In aansluiting hierop hebben wij workshops mogen verzorgen over inclusief personeelsbeleid bij de gemeente.
Mensen met een beperking hebben door hun hoge zorgkosten en het feit dat ze niet makkelijk een betaalde baan kunnen vinden – en dus meestal van een uitkering leven – over het algemeen 20% minder inkomen. Ze leven met andere woorden vaker in armoede. Dat verdient gewoonweg extra aandacht. Als partner van de Armoedecoalitie heeft Solgu er op aangedrongen dat mensen met een beperking als aparte categorie worden op genomen in de Minima Effect Rapportage van het Nibud. Zo krijgt de gemeente een beeld van het effect van hun maatregelen voor deze groep. Dat is eveneens een mooi succes.”
Waar maak je je druk om?
“Over de onlangs verschenen nota ‘Bestaanszekerheid’. Want als de maatregelen uit deze nota worden uitgevoerd, zullen alleenstaanden met een beperking veel tegemoetkomingen kwijtraken en zo een nog lager inkomen krijgen. Te idioot voor woorden gewoon!”
Hoe zou het anders moeten/kunnen?
“Gelijk investeren in gelijke kansen in plaats van ongelijk – dat wil zeggen oneerlijk – investeren.”
Waar valt jouw mond van open?
“Nou van die nota ‘Bestaanszekerheid’ en eveneens van de nota ‘Reïntegratie’. Ongelijk investeren voor gelijke kansen: dat kan niet. De groepen die hulp krijgen en straks mogelijk niet meer, worden nu ondersteund omdat ze zich niet zo goed zelf kunnen redden. In overeenstemming met de nota worden bijvoorbeeld mensen, die niet in het doelgroepregister staan maar wel degelijk een handicap hebben – waardoor een werkgever hen niet wil hebben – straks nauwelijks meer geholpen bij het vinden van werk. Het lijkt wel of de gemeente het VN-verdrag ‘Handicap’ is vergeten! Utrecht was ooit koploper op het gebied van beleid voor gelijke kansen voor mensen met een beperking. Mensen met een beperking vormen in beide nota’s juist één van de groepen die het meest benadeeld worden. En het ergste is dat er niet zal worden gemonitord wat het effect van dit beleid zal zijn.”
Waar heb je veel te veel van?
“Te veel ambtenaren, die dingen zeggen in de trant van: “Nee, we gaan niet bezuinigen maar we geven alleen iets minder uit…” Ik zou liever zien dat het beestje bij de naam wordt genoemd en dat we van daaruit een open gesprek met elkaar kunnen voeren. Verder: te veel verhalen van Utrechters met een beperking wiens kwaliteit van leven door de bezuinigingen zullen verslechteren.”